De voorzitter opent de zitting op 27/06/2023 om 19:00.
De notulen en het zittingsverslag van de vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn worden onder de verantwoordelijkheid van de algemeen directeur opgesteld.
Een lid van de raad voor maatschappelijk welzijn kan opmerkingen maken over de redactie van de notulen van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de raad voor maatschappelijk welzijn worden aangenomen, worden de notulen in die zin aangepast.
Het zittingsverslag wordt vervangen door een audio- of audiovisuele opname van de openbare zitting van de gemeenteraad. Indien de gemeenteraad een aangelegenheid in besloten vergadering behandelt, vermelden de notulen alleen de beslissingen en wordt er geen zittingsverslag opgesteld.
Het zittingsverslag kan geraadpleegd worden via onderstaande link:
Notulen van de raad voor maatschappelijk welzijn d.d. 22.05.2023.
Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 (B.S. 24.12.2018) zoals gewijzigd tot op heden, inzonderheid artikel 32 en artikel 278 volgens artikel 74.
Art.1.
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de notulen d.d. 22.05.2023, zoals als bijlage opgenomen, goed.
Art.2.
De voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn en de algemeen directeur ondertekenen de notulen.
Art. 3
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt het zittingsverslag d.d. 22.05.2023 goed.
Het organisatiebeheersingssysteem bepaalt op welke wijze de organisatiebeheersing van de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn wordt georganiseerd, met inbegrip van de te nemen controlemaatregelen, procedures en de aanwijzingen van de personeelsleden en organen die ervoor verantwoordelijk zijn, en de rapporteringsverplichtingen van de personeelsleden die bij het organisatiebeheersingssysteem betrokken zijn. De algemeen directeur rapporteert jaarlijks over de organisatiebeheersing. De rapportering over de organisatiebeheersing 2022 wordt door de algemeen directeur ter kennisname voorgelegd aan de raad voor maatschappelijk welzijn.
Organisatiebeheersing is het geheel van maatregelen en procedures die ontworpen zijn om een redelijke zekerheid te verschaffen dat men:
1° de vastgelegde doelstellingen bereikt en de risico's om deze te bereiken kent en beheerst;
2° wetgeving en procedures naleeft;
3° over betrouwbare financiële en beheersrapportering beschikt;
4° op een effectieve en efficiënte wijze werkt en de beschikbare middelen economisch inzet;
5° de activa beschermt en fraude voorkomt.
Het organisatiebeheersingssysteem bepaalt op welke wijze de organisatiebeheersing van de gemeente en het OCMW georganiseerd wordt, met inbegrip van de te nemen controlemaatregelen, procedures en de aanwijzing van de personeelsleden en organen die ervoor verantwoordelijk zijn, en de rapporteringsverplichtingen van de personeelsleden die bij het organisatiebeheersingssysteem betrokken zijn.
Tussen 30 januari 2019 en 20 maart 2019 voerde Audit Vlaanderen een organisatie-audit met begeleide zelfevaluatie uit in gemeente en OCMW Koekelare. Deze audit evalueerde de adequaatheid van de aanpak van organisatiebeheersing en de beheersing van de management- en ondersteunende processen op organisatieniveau. De Leidraad Organisatiebeheersing voor lokale besturen fungeerde hierbij als referentiekader. Deze audit maakte geen evaluatie van de volledige werking van gemeente en OCMW Koekelare, maar ging na of de instrumenten en randvoorwaarden aanwezig waren om van een "beheerste organisatie" te kunnen spreken.
Op 31 mei 2019 leverde Audit Vlaanderen een auditrapport af over de "organisatie-audit met begeleide zelfevaluatie" bij gemeente en OCMW Koekelare. Dit rapport bevatte een aantal aanbevelingen, waarvoor het management een streefdatum, een verantwoordelijke en een actieplan heeft bepaald. De aanbevelingen zijn de belangrijkste verbeterpunten uit een audit. De implementatie ervan en de rapportering hierover aan het politieke niveau, is de verantwoordelijkheid van het management.
Op 3 december 2020 bezorgde Audit Vlaanderen een rapport met de conclusies over de opvolging van de aanbevelingen en de rapportering organisatiebeheersing door gemeente Koekelare. Overeenkomstig artikel 221 van het decreet over het lokaal bestuur werd dit rapport aan de leden van de gemeente- en OCMW-raad bezorgd.
Audit Vlaanderen gaf de aanbeveling dat de organisatie een duidelijk kader voor organisatiebeheersing vaststelt en dit ter goedkeuring voorlegt aan de raden. Op 1 juli 2019 keurden de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn het kader voor organisatiebeheersing goed, als volgt:
De algemeen directeur rapporteert jaarlijks aan het college van burgemeester en schepenen, de gemeenteraad, de raad voor maatschappelijk welzijn en het vast bureau over de organisatiebeheersing. Die rapportering gebeurt jaarlijks uiterlijk voor 30 juni van het daaropvolgende jaar.
De rapportage organisatiebeheersing 2022 werd besproken op het managementteam van 12.06.2023.
De rapportage organisatiebeheersing 2022 werd besproken op het vast bureau van 13.06.2023.
PowerPoint organisatiebeheersing rapportage 2022.
Overzicht verbeteracties 2022.
Rapport zelfevaluatie 2022-2023.
De wet betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen van 29 juli 1991.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.
Art. 1.
De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van de rapportering organisatiebeheersing 2022.
De financieel directeur onderzoekt de wettigheid en regelmatigheid van de voorgenomen verbintenissen in het kader van zijn opdracht vermeld in artikel 177, eerste lid, 1° van het decreet over het lokaal bestuur. Naar aanleiding van de "rapportage organisatiebeheersing 2022" wordt over de visums gerapporteerd zoals deze verleend werden door de financieel directeur tijdens het jaar 2022. De rapportering over de visums zoals deze verleend werden door de financieel directeur tijdens het jaar 2022 wordt door de algemeen directeur ter kennisname voorgelegd aan de raad voor maatschappelijk welzijn.
Een verbintenis mag alleen worden aangegaan als de financiële gevolgen ervan tijdens de periode van het meerjarenplan passen binnen de ramingen van het meerjarenplan en als de financiële gevolgen voor het lopende boekjaar passen binnen de limitatieve kredieten voor dat boekjaar in het meerjarenplan.
De voorgenomen financiële verbintenissen die resulteren in een uitgaande netto kasstroom zijn onderworpen aan een voorafgaand visum, voordat enige verbintenis kan worden aangegaan.
De financieel directeur onderzoekt de wettigheid en regelmatigheid van die voorgenomen verbintenissen in het kader van zijn opdracht vermeld in artikel 177, eerste lid, 1° van het decreet over het lokaal bestuur.
De financieel directeur verleent een visum, als uit dat onderzoek de wettigheid en regelmatigheid van de voorgenomen verbintenis blijkt. De financieel directeur kan voorwaarden koppelen aan het visum. Als de financieel directeur weigert een visum te verlenen, of als er voorwaarden aan gekoppeld worden, motiveert de financieel directeur dat.
De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn, na advies van de financieel directeur, bepalen de nadere voorwaarden waaronder de financieel directeur deze controle, vermeld in artikel 266, tweede lid van het Decreet Lokaal Bestuur, uitoefent. De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn kunnen binnen de perken die vastgelegd zijn door de Vlaamse Regering, en na advies van de financieel directeur, bepaalde categorieën van verrichtingen uitsluiten van de visumverplichting. Dit gebeurde bij beslissing van de gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn van 14.12.2020.
Naar aanleiding van ‘de rapportage organisatiebeheersing 2022’ wordt gerapporteerd over de visums zoals deze verleend werden door de financieel directeur tijdens het jaar 2022.
De rapportage met betrekking tot de voorafgaandelijke wettigheid en regelmatigheidscontrole werd besproken op het managementteam van 12.06.2023.
De rapportage met betrekking tot de voorafgaandelijke wettigheid en regelmatigheidscontrole 2022 werd besproken op het vast bureau van 13.06.2023.
Visum 2022.
De wet betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen van 29 juli 1991.
Het bestuursdecreet van 07 december 2018;
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017;
Het besluit van de Vlaamse regering betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van 30 maart 2018;
De wet inzake overheidsopdrachten van 17 juni 2016;
Art. 1.
De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van de rapportage betreffende de visums verleend door de financieel directeur in 2022.
Zowel de gemeenteraad als de raad voor maatschappelijk welzijn organiseert bij reglement een systeem van klachtenbehandeling. Dit systeem van klachtenbehandeling wordt zowel voor de gemeente als voor het openbaar centrum van maatschappelijk welzijn georganiseerd op het ambtelijke niveau en is maximaal onafhankelijk van de diensten waarop de klachten betrekking hebben. De algemeen directeur neemt dat op in het organisatiebeheersingssysteem, vermeld in artikel 218 DLB. De algemeen directeur rapporteert jaarlijks aan de gemeenteraad over de klachten ingediend tegen de gemeente. De rapportering over klachten ingediend tegen het gemeentebestuur tijdens het jaar 2022 wordt door de algemeen directeur ter kennisname voorgelegd aan de raad voor maatschappelijk welzijn.
De raad voor maatschappelijk welzijn heeft d.d. 26.02.2018 een klachtenreglement vastgesteld.
Dit systeem van klachtenbehandeling is georganiseerd op ambtelijk niveau, onafhankelijk van de diensten waarop de klachten betrekking hebben.
Het systeem van klachtenbehandeling is opgenomen is in het organisatiebeheersingssysteem, vermeld in artikel 218 van het Decreet over het Lokaal Bestuur.
De algemeen directeur rapporteert jaarlijks aan de gemeenteraad over de klachten ingediend tegen de gemeente, en jaarlijks rapporteert hij aan de raad voor maatschappelijk welzijn over de klachten ingediend tegen het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn;
Overwegende dat een rapportering betreffende de klachten en de klachtenbehandeling van het lokaal bestuur Koekelare in 2022 werd opgemaakt en vastgesteld door de algemeen directeur, in samenwerking en na overleg met het managementteam d.d. 12.06.2023, en wordt voorgelegd aan de gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn.
De rapportering betreffende de klachten en de klachtenbehandeling 2022 werd besproken op het vast bureau van 13.06.2023.
Tijdens het jaar 2022 werd één klacht ingediend tegen het OCMW.
Klachtenregister OCMW 2022 - geanonimiseerd.
Afhandelingsbrief OCMW klacht 2022 - geanonimiseerd.
De wet betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen van 29 juli 1991.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.
Art. 1.
De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van de rapportering betreffende klachtenbehandeling 2022.
Het besluit Vlaamse codex wonen 2021 bepaalt dat er per 1 oktober 2023 een toewijzingsraad moet opgericht worden. Deze toewijzingsraad geeft vorm aan de lokale invulling van het toewijzingsbeleid van sociale woningen in het werkingsgebied.
De raad voor maatschappelijk welzijn dient een vertegenwoordiger (en plaatsvervangend vertegenwoordiger) in de toewijzingsraad van Woonmaatschappij Ijzer en Zee aan te duiden.
Met brief d.d. 08.05.2023 vraagt de Woonmaatschappij Ijzer en Zee om een effectieve en een plaatsvervangende vertegenwoordiger aan te duiden om deel uit te maken van de toewijzingsraad die de woonmaatschappij zal oprichten binnen het (deel)werkingsgebied Westhoek Noord.
Om een aanpak op maat te realiseren bij de toewijzing van sociale huurwoningen nemen de woonmaatschappijen het initiatief om een toewijzingsraad op te richten. De sociale verhuurders, lokale besturen en relevante welzijnsactoren kunnen op die manier in dialoog gaan met elkaar en afspraken maken, om een geïntegreerd en gedragen toewijzingsbeleid te realiseren.
In het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021 (BVCW) wordt ruimte gelaten om bij het vastleggen van de toewijzingsregels sociale huur regionale en lokale accenten te leggen. Deze bepalingen worden opgenomen in een toewijzingsreglement. Hierbij wordt een grote rol toebedeeld aan de toewijzingsraad. De toewijzingsraad kan onder bepaalde voorwaarden passende maatregelen uitwerken in een toewijzingsreglement voor het (deel)werkingsgebied van de woonmaatschappij, waarbij wordt afgeweken van de standaardtoewijzingsregels, als de regionale ²of lokale situatie hierom vraagt. Hierdoor kan maximaal rekening worden gehouden met de specifieke noden.
Het BVCW bepaalt dat het in twee gevallen verantwoord is passende maatregelen uit te werken in een toewijzingsreglement, waar men kan afwijken van de standaardtoewijzingsregels. Een eigen toewijzingsbeleid kan worden ontwikkeld als men rekening wil houden met de langdurige woonbinding van de kandidaat-huurders of met de woonbehoeftigheid van specifieke doelgroepen. De opmaak van een toewijzingsreglement dient tot stand te komen in nauw overleg met alle relevante lokale (huisvestings- en welzijns-)actoren. De toewijzingsraad van het (deel)werkingsgebied van de woonmaatschappij speelt hierin de trekkersrol en is verantwoordelijk voor de opmaak van een ontwerp van het toewijzingsreglement. Het BVCW biedt op die manier de kans om een dynamiek te scheppen waarin kan worden gestreefd naar een regionaal gedragen en geïntegreerd toewijzingsbeleid.
Alle gemeenten in het (deel)werkingsgebied zijn vertegenwoordigd in de toewijzingsraad. Relevante huisvestings- en welzijnsactoren kunnen zichzelf aanmelden om deel uit te maken van de toewijzingsraad als ze actief zijn in het (deel)werkingsgebied van de woonmaatschappij. Als er geen consensus is over de samenstelling van de toewijzingsraad, beslist de woonmaatschappij over de samenstelling, waarbij ze rekening houdt met een evenwichtige samenstelling van de toewijzingsraad. De toezichthouder kan optreden wanneer de toewijzingsraad onvoldoende evenwichtig wordt samengesteld.
De toewijzingsraad heeft een beleidsmatige opdracht en een operationele opdracht. Dit wordt geregeld in artikel 6.23 van het BVCW.
Beleidsmatige opdracht
De toewijzingsraad stelt een ontwerp van toewijzingsreglement op. Hierin kunnen bepalingen over de verstrenging van de langdurige woonbinding en bepalingen voor specifieke doelgroepen worden opgenomen. De leden van de toewijzingsraad streven hierbij naar consensus. Als er geen consensus is, kunnen de deelnemende gemeenten van de toewijzingsraad specifiek voor hun gemeenten over deze bepalingen beslissen.
Voor het opnemen van een bepaling over de langdurige woonbinding met het (deel)werkingsgebied is in ieder geval consensus tussen de gemeenten van het (deel)werkingsgebied vereist.
Operationele opdracht
De toewijzingsraad staat ook in voor de praktische uitvoering van de regels die betrekking hebben op de versnelde toewijzingen en de toewijzingen aan specifieke doelgroepen. De toewijzingsraad kan afspraken maken over de werkwijze met betrekking tot de aanmelding en begeleiding van kandidaat-huurders en huurders. Deze afspraken worden opgenomen in het huishoudelijk reglement van de toewijzingsraad.
Vertegenwoordiging
Er wordt vanuit Woonmaatschappij ijzer en zee voorgesteld om een vertegenwoordiger (en een plaatsvervangend vertegenwoordiger) aan te duiden die een goede voeling heeft met het werkveld van sociale woningen. Vanuit het lokaal bestuur worden volgende personen voorgesteld:
Het Besluit Vlaamse Codex Wonen 2021.
Met 17 stemmen voor, 0 stemmen tegen, 0 stemmen onthouden.
Met 17 stemmen voor, 0 stemmen tegen, 0 stemmen onthouden.
Art. 1
Evy Vandewoude wordt, bij geheime stemming, aangeduid als effectieve vertegenwoordiger om de gemeente Koekelare te vertegenwoordigen in de toewijzingsraad van de Woonmaatschappij Ijzer en Zee binnen het werkingsgebied Westhoek-Noord.
Art. 2.
Valerie Vierstraete wordt, bij geheime stemming, aangeduid als plaatsvervangende vertegenwoordiger om de gemeente Koekelare te vertegenwoordigen in de toewijzingsraad van de Woonmaatschappij Ijzer en Zee binnen het werkingsgebied Westhoek-Noord.
Voor de algemene vergadering van Woonmaatschappij Ijzer en Zee werd op heden nog geen vertegenwoordiger en plaatsvervangend vertegenwoordiger voor OCMW Koekelare aangeduid. De raad voor maatschappelijk welzijn neemt hiervan kennis en duidt een vertegenwoordiger en plaatsvervangend vertegenwoordiger aan.
Gelet op de statuten van Woonmaatschappij Ijzer en Zee, dienen er nog vertegenwoordigers aangesteld te worden die het OCMW zullen vertegenwoordigen in de algemene vergadering van de woonmaatschappij ijzer en zee voor de legislatuur 2019-2024.
Er wordt voorgesteld om dhr. Stijn Ramboer aan te duiden als vertegenwoordiger voor het OCMW in de algemene vergadering van Woonmaatschappij Ijzer en Zee.
Statuten woonmaatschappij ijzer en zee.
Met 17 stemmen voor, 0 stemmen tegen, 0 stemmen onthouden.
Met 17 stemmen voor, 0 stemmen tegen, 0 stemmen onthouden.
Art. 1.
Stijn Ramboer wordt, bij geheime stemming, aangeduid als vertegenwoordiger en Willy Boone als plaatsvervangend vertegenwoordiger om het OCMW Koekelare te vertegenwoordigen op de algemene en buitengewone algemene vergadering van woonmaatschappij ijzer en zee voor de legislatuur 2019-2024.
Art. 2.
Een afschrift van dit besluit zal overgemaakt worden aan betrokkenen en aan woonmaatschappij ijzer en zee.
De jaarrekening 2022 ligt voor aan de raad voor maatschappelijk welzijn, conform artikel 249 tot en met artikel 253 en artikel 260 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017. Dit wordt voorgelegd aan de raad voor maatschappelijk welzijn ter vaststelling. Aan de gemeenteraad wordt verzocht, conform artikel 249 §3, voorliggende jaarrekening 2022 goed te keuren.
Overeenkomstig artikel 171 van het decreet over het lokaal bestuur d.d. 22.12.2017 zorgt de algemeen directeur in overleg met het managementteam voor de opmaak van het voorontwerp van de beleidsrapporten.
Het beleidsrapport betreffende de jaarrekening wordt overeenkomstig artikel 260 van het bovengenoemde decreet vastgesteld voor 30 juni van het boekjaar dat volgt op het boekjaar waarop de rekening betrekking heeft.
De jaarrekening bestaat uit een beleidsevaluatie, een financiële nota en een toelichting.
De beleidsevaluatie van de jaarrekening geeft het beleid weer dat de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn gedurende het boekjaar hebben gevoerd en evalueert de beleidsdoelstellingen en de mate waarin ze zijn bereikt.
De financiële nota van de jaarrekening geeft de financiële gevolgen van het gevoerde beleid weer.
De toelichting van de jaarrekening bevat alle informatie over de verrichtingen in het ontwerp van jaarrekening die relevant is voor de raadsleden om met kennis van zaken een beslissing te kunnen nemen. Ze bevat minstens informatie over de schulden en de financiële risico's.
De jaarrekening 2022 werd besproken op het managementteam van 15 mei 2023
De jaarrekening 2022 werd besproken op het vast bureau van 6 juni 2023.
De raad voor maatschappelijk welzijn neemt akte van de jaarrekening 2022 van de gemeente, zoals opgemaakt door de financieel directeur.
Bundel documentatie.
Bundel rekening.
De wet betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen d.d. 29.07.1991.
Het bestuursdecreet d.d. 07.12.2018.
Het decreet over het lokaal bestuur d.d. 22.12.2017.
Het besluit van de Vlaamse regering betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn d.d. 25.06.2010.
Het ministerieel besluit tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapportering en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn d.d. 01.10.2010.
Art. 1.
De raad voor maatschappelijk welzijn stelt de jaarrekening 2022 vast.
Art. 2.
De raad voor maatschappelijk welzijn verzoekt de gemeenteraad, conform artikel 249 §3, voorliggende jaarrekening 2022 goed te keuren.
Aan de raad voor maatschappelijk welzijn wordt de goedkeuring gevraagd voor het voorstel tot wijziging van het reglement Kansenpas en Fonds Participatie en Sociale Activering.
Het voorliggend voorstel is om volgende aanpassingen in te voegen in het reglement Kansenpas en Fonds Participatie en Sociale Activering:
Wie komt in aanmerking - Personen waarvoor OCMW Koekelare bevoegd is zoals opgenomen in de wet van 02.04.1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
Criteria
1. Het gezin heeft een laag inkomen, wat betekent dat het jaarlijks bruto belastbaar inkomen van het huishouden lager is of gelijk aan 22.925,00 euro vermeerderd met 4.242,16 euro per persoon ten laste. Het netto-inkomen om als persoon ten laste te worden beschouwd dient lager te zijn dan 3.410 EUR, de gezinsbijslag en het onderhoudsgeld voor kinderen niet meegeteld (bedragen op heden – worden geïndexeerd).
OF
2. Het gezin wordt begeleid in het kader van schuldhulpverlening met schuldenlast : budgetbegeleiding, budgetbeheer, schuldbemiddeling en/of collectieve schuldenregeling.
OF
3. Het gezin bevindt zich in een situatie waarbij de menswaardigheid in het gedrang komt en waarbij de basisrechten van een gezinslid/de gezinsleden precair zijn. Na een sociaal onderzoek door een maatschappelijk werker kan het bijzonder comité voor de sociale dienst een beslissing tot toekenning nemen.
EN
4. Het gezin mag niet meer dan één eigendom in volle eigendom hebben.
en toevoeging - OF Het pleeggezin opent, ongeacht de financiële situatie (ongeacht de inkomsten- en eigendomscriteria), recht op de kansenpas en het Fonds Participatie en Sociale Activering voor het pleegkind/de pleegkinderen.
Reglement Kansenpas en Participatie en Sociale Activering
Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, BS 12.09.1991.
Bestuursdecreet van 07 december 2018, B.S. 11.01.2019, inzonderheid titel II.
Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, B.S. 24.12.2018, zoals gewijzigd tot op heden, inzonderheid artikel 77, artikel 78, tweede lid, 3°, artikel 286,§2,1°, artikel 287, artikel 288 en artikels 330 tot en met 334.
Beslissing van het vast bureau d.d. 06.06.2023.
Art. 1.
De raad voor maatschappelijk welzijn verleent goedkeuring aan de aanpassingen van het reglement Kansenpas en Participatie en Sociale Activering.
Aan de raad voor maatschappelijk welzijn wordt de goedkeuring gevraagd voor het voorstel tot wijziging van het reglement Sociale Kruidenier Koekelare - 'De Smoetstutte'.
Het voorliggend voorstel is om onderstaande aanpassingen in te voegen in het reglement Sociale Kruidenier Koekelare - 'De Smoetstutte'
Onder 'klant' - Personen met meer dan 1 eigendom in volle eigendom worden uitgesloten als klant van de sociale kruidenier.
Onder 'sociaal onderzoek' - Titel - Toevoeging Sociaal en financieel onderzoek
Onder 'sociaal onderzoek' - Alinea 1 - Het financieel onderzoek bepaalt of iemand klant kan worden van de sociale kruidenier.
Onder 'sociaal onderzoek' - Stap 3 - Indien iemand klant is van de sociale kruidenier op basis van de voorgaande criteria en er worden tekenen van welstand opgemerkt tijdens het lidmaatschap die niet stroken met de doelgroep en de visie van de sociale kruidenier, dan kan de maatschappelijk werker alsnog een nieuw sociaal onderzoek voeren. Indien op basis van dit nieuw sociaal onderzoek geen behoeftigheid wordt vastgesteld, kan het lidmaatschap voor de sociale kruidenier stopgezet worden.
Onder 'producten' - Verkochte goederen worden onder geen enkele omstandigheid geruild of terug genomen.
Onder 'winkelpas' - Wie door omstandigheden niet zelf zijn/haar boodschappen kan doen, kan een volmacht geven aan een familielid, vriend of kennis. Deze persoon moet zich kunnen legitimeren aan de kassa met een handgeschreven volmacht met zijn/haar naam en een handtekening van de volmachtgever. Deze persoon dient ook de winkelpas te tonen en mag maar één volmacht van één gezin ontvangen.
Reglement Sociale Kruidenier Koekelare - 'De Smoetstutte'
Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, BS 12.09.1991.
Bestuursdecreet van 07 december 2018, B.S. 11.01.2019, inzonderheid titel II.
Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, B.S. 24.12.2018, zoals gewijzigd tot op heden, inzonderheid artikel 77, artikel 78, tweede lid, 3°, artikel 286,§2,1°, artikel 287, artikel 288 en artikels 330 tot en met 334.
Beslissing van het vast bureau d.d. 06.06.2023.
Art. 1.
De raad voor maatschappelijk welzijn verleent goedkeuring aan de aanpassingen van het reglement Sociale Kruidenier Koekelare - 'De Smoetstutte'.
Aan de raad voor maatschappelijk welzijn wordt de goedkeuring gevraagd voor het voorstel tot wijziging van het reglement Tussenkomst eersteleeftijdsmelk/afkolfmateriaal voor de eerste zes leeftijdsmaanden van je baby.
Het voorliggend voorstel is om volgende aanpassingen in te voegen in het reglement Tussenkomst eersteleeftijdsmelk/ afkolfmateriaal voor de eerste zes leeftijdsmaanden van je baby:
Wie komt in aanmerking - Personen waarvoor OCMW Koekelare bevoegd is zoals opgenomen in de wet van 02.04.1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
Criteria
1. Het gezin heeft een laag inkomen, wat betekent dat het jaarlijks bruto belastbaar inkomen van het huishouden lager is of gelijk aan 22.925,00 euro vermeerderd met 4.242,16 euro per persoon ten laste. Het netto-inkomen om als persoon ten laste te worden beschouwd dient lager te zijn dan 3.410 EUR, de gezinsbijslag en het onderhoudsgeld voor kinderen niet meegeteld (bedragen op heden – worden geïndexeerd).
OF
2. Het gezin wordt begeleid in het kader van schuldhulpverlening met schuldenlast : budgetbegeleiding, budgetbeheer, schuldbemiddeling en/of collectieve schuldenregeling.
OF
3. Het gezin bevindt zich in een situatie waarbij de menswaardigheid in het gedrang komt en waarbij de basisrechten van een gezinslid/de gezinsleden precair zijn. Na een sociaal onderzoek door een maatschappelijk werker kan het bijzonder comité voor de sociale dienst een beslissing tot toekenning nemen.
EN
4. Het gezin mag niet meer dan één eigendom in volle eigendom hebben.
en toevoeging - OF 5. Het pleeggezin opent, ongeacht de financiële situatie (ongeacht de inkomsten- en eigendomscriteria), recht op de kansenpas en het Fonds Participatie en Sociale Activering voor het pleegkind/de pleegkinderen.
Onder artikel 4 - schrappen alinea 1 - Bij wie moeten de aanvragen gebeuren.
Reglement Tussenkomst eersteleeftijdsmelk/ afkolfmateriaal voor de eerste zes leeftijdsmaanden van je baby
Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, BS 12.09.1991.
Bestuursdecreet van 07 december 2018, B.S. 11.01.2019, inzonderheid titel II.
Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, B.S. 24.12.2018, zoals gewijzigd tot op heden, inzonderheid artikel 77, artikel 78, tweede lid, 3°, artikel 286,§2,1°, artikel 287, artikel 288 en artikels 330 tot en met 334.
Beslissing van het vast bureau d.d. 06.06.2023.
Art. 1.
De raad voor maatschappelijk welzijn verleent goedkeuring aan de aanpassingen van het reglement tussenkomst eersteleeftijdsmelk/afkolfmateriaal voor de eerste zes leeftijdsmaanden van je baby.
Aan de raad voor maatschappelijk welzijn wordt de goedkeuring gevraagd voor het voorstel tot wijziging van het reglement Onderwijscheques.
Het voorliggend voorstel is om volgende aanpassingen in te voegen in het reglement Onderwijscheques:
Onder 'Wie komt in aanmerking'
Onderwijscheques kunnen gebruikt worden voor elke leerling of student die onder de bevoegdheid valt van OCMW Koekelare zoals opgenomen in de wet van 02.04.1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
Onderwijscheques kunnen gebruikt worden voor elke leerling of student die ingeschreven is als een regelmatige leerling of student waarbij het inschrijvingsbewijs wordt opgevraagd aan de onderwijsinstelling.
Criteria?
1. Het gezin heeft een laag inkomen, wat betekent dat het jaarlijks bruto belastbaar inkomen van het huishouden lager is of gelijk aan 22.925,00 euro vermeerderd met 4.242,16 euro per persoon ten laste. Het netto-inkomen om als persoon ten laste te worden beschouwd dient lager te zijn dan 3.410 EUR, de gezinsbijslag en het onderhoudsgeld voor kinderen niet meegeteld (bedragen op heden – worden geïndexeerd).
OF
2. Het gezin wordt begeleid in het kader van schuldhulpverlening met schuldenlast : budgetbegeleiding, budgetbeheer, schuldbemiddeling en/of collectieve schuldenregeling.
OF
3. Het gezin bevindt zich in een situatie waarbij de menswaardigheid in het gedrang komt en waarbij de basisrechten van een gezinslid/de gezinsleden precair zijn. Na een sociaal onderzoek door een maatschappelijk werker kan het bijzonder comité voor de sociale dienst een beslissing tot toekenning nemen.
EN
Het gezin mag niet meer dan één eigendom in volle eigendom hebben.
OF
Het pleeggezin opent, ongeacht de financiële situatie (ongeacht de inkomsten- en eigendomscriteria), recht op de kansenpas en het Fonds Participatie en Sociale Activering voor het pleegkind/de pleegkinderen.
Verduidelijking onder 'waarde en kostprijs' - Na betaling door de aanvrager brengt de maatschappelijk werker de onderwijsinstelling op de hoogte, waarna de onderwijsinstelling de factuur bezorgt aan het OCMW met de vermelding waarvoor de cheques gebruikt werden. De maatschappelijk werker controleert of de onderwijscheques voor de juiste reden worden aangewend en het OCMW betaalt nadien het verschuldigd bedrag rechtstreeks aan de onderwijsinstelling.
Reglement Onderwijscheques
Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, BS 12.09.1991.
Bestuursdecreet van 07 december 2018, B.S. 11.01.2019, inzonderheid titel II.
Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, B.S. 24.12.2018, zoals gewijzigd tot op heden, inzonderheid artikel 77, artikel 78, tweede lid, 3°, artikel 286,§2,1°, artikel 287, artikel 288 en artikels 330 tot en met 334.
Beslissing van het vast bureau d.d. 06.06.2023.
Art. 1.
De raad voor maatschappelijk welzijn verleent goedkeuring aan de aanpassingen van het Reglement Onderwijscheques.
Rondvraag
Raadslid Dewulf verwijst naar een vrijwilligerspublicatie die door de Eerstelijnszone werd opgemaakt. Hij vraagt waarom ons lokaal bestuur niet vermeld wordt in deze vrijwilligersgids.
Schepen Ramboer antwoordt dat vanuit de Eerstelijnszone de vraag gesteld werd om hierin opgenomen te worden. Dit is een heel mooi initiatief maar we hebben bewust hier niet op ingegaan. Enerzijds hebben wij onze eigen projectmedewerker die fungeert als aanspreekpunt en anderzijds betekent de deelname in zo’n initiatief ook dat hierin heel wat werk moet gestopt worden.
De voorzitter sluit de zitting op 27/06/2023 om 19:59.
Aldus beslist in de zitting, de datum als voormeld.
Namens de raad voor maatschappelijk welzijn.
Namens Raad voor maatschappelijk welzijn,
Lode Claeys
Algemeen directeur
Kelly Tanghe
Raadslid-voorzitter