De voorzitter opent de zitting op 18/12/2023 om 19:30.
De notulen en het zittingsverslag van de vergadering van de gemeenteraad worden onder de verantwoordelijkheid van de algemeen directeur opgesteld.
Een lid van de gemeenteraad kan opmerkingen maken over de redactie van de notulen van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de gemeenteraad worden aangenomen, worden de notulen in die zin aangepast.
Het zittingsverslag wordt vervangen door een audio- of audiovisuele opname van de openbare zitting van de gemeenteraad. Indien de gemeenteraad een aangelegenheid in besloten vergadering behandelt, vermelden de notulen alleen de beslissingen en wordt er geen zittingsverslag opgesteld.
Het zittingsverslag kan geraadpleegd worden via onderstaande link:
Notulen van de gemeenteraad d.d. 13.11.2023.
Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 (B.S. 24.12.2018) zoals gewijzigd tot op heden, inzonderheid artikel 32 en artikel 278.
Art.1.
De gemeenteraad keurt de notulen d.d. 13.11.2023, zoals als bijlage opgenomen, goed.
Art.2.
De voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur ondertekenen de notulen.
Art. 3
De gemeenteraad keurt het zittingsverslag d.d. 13.11.2023 goed.
Goedkeuring aanpassing statuten EVA vzw Koelibri.
Het wetboek vennootschappen en verenigingen van 2019 vernieuwde het wettelijk kader voor de verenigingen zonder winstoogmerk (vzw's) en stemde het af op de regels voor vennootschappen.
VZW's moesten hun statuten aanpassen aan het nieuwe wetgevende kader, maar nog niet alle vzw's in Vlaanderen zijn in orde. Dit dient te gebeuren tegen uiterlijk 1 januari 2024. Indien dit niet tijdig en correct gebeurt, riskeert de vzw ontbonden te worden.
Eén van de grootste conceptuele wijzigingen is dat vzw’s nu (meer dan bijkomstig) winst mogen maken. Die winst of een vermogensaandeel mag nooit uitgekeerd worden aan de leden. Enige winst mag enkel in functie van het belangeloos doel van de vereniging aangewend worden.
Lees de niet-exhaustieve lijst van aangepaste bepalingen van de nieuwe wetgeving die in je in de statuten van de vzw’s moet wijzigen:
Het voorstel van de aangepaste statuten kan in bijlage teruggevonden worden.
Voorstel wijziging aanpassing statuten EVA vzw Koelibri.
Art. 1.
De gemeenteraad beslist om akkoord te gaan met het voorstel tot wijziging van de statuten van EVA VZW Koelibri.
De gemeenteraad dient de agenda voor de Buitengewone Algemene Vergadering van Koelibri op 21.12.2023 goed te keuren en het mandaat vast te stellen.
Gelet op het feit dat de gemeente Koekelare in de algemene vergadering van de EVA-vzw Koelibri vertegenwoordigd wordt door 7 gemeenteraadsleden.
Gelet op het feit dat de gemeente per mail van 30.11.2023 werd opgeroepen om deel te nemen aan de Buitengewone Algemene Vergadering van Koelibri op 21.12.2023.
Gelet op het feit dat een dossier met documentatiestukken aan de gemeente per mail 30.11.2023 overgemaakt werd;
Gelet op het artikel 432, alinea 3 van het decreet over het lokaal bestuur, waarbij bepaald wordt dat de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger dient te worden herhaald voor elke Algemene Vergadering;
Documentatiestukken.
Decreet over het lokaal bestuur d.d. 22.12.2017.
Art. 1.
De gemeenteraad beslist om goedkeuring te hechten aan de agenda van de Buitengewone Algemene Vergadering van Koelibri d.d. 21.12.2023:
Ondertekenen van de aanwezigheidslijst
Art. 2.
De vertegenwoordigers van de gemeente die zullen deelnemen aan de Buitengewone Algemene Vergadering van Koelibri d.d.21.12.2023 (of iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden), op te dragen zijn/haar stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad van heden inzake voormeld artikel 1 van onderhavige beslissing.
Art. 3.
Het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van voormelde beslissingen en onder meer kennisgeving hiervan te verrichten aan de Buitengewone Algemene Vergadering van Koelibri.
Kennisname besluit van de gouverneur tot goedkeuring van de jaarrekening over het financiële boekjaar 2022 van de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.
De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn van Koekelare hebben op 27 juni 2023 de jaarrekening 2022 vastgesteld met de volgende saldi:
De jaarrekening werd gepubliceerd op de webtoepassing van de gemeente. Het gemeentebestuur bracht de toezichthoudende overheid op de hoogte van deze publicatie op 27 juni 2023.
De gouverneur van de provincie West-Vlaanderen keurde bij besluit d.d. 08.11.2023 de jaarrekening over het financiële boekjaar 2022 van de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Koekelare goed, met volgende verantwoording: "Uit het onderzoek van de jaarrekening blijkt niet dat ze onjuist of onvolledig is of dat ze geen waar en getrouw beeld geeft van de financiële toestand."
In overeenstemming met artikel 332, §1, derde lid van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, dient bovengenoemd besluit ter kennisname gebracht worden op de eerstvolgende gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn.
Besluit van de gouverneur d.d.08.11.2023 tot goedkeuring van de jaarrekening over het financiële boekjaar 2022 van de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.
Zendbrief van de gouverneur d.d.08.11.2023 tot goedkeuring van de jaarrekening over het financiële boekjaar 2022 van de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en in het bijzonder de artikelen 260 tot en met 262 en artikel 332, §1, derde lid.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen, en in het bijzonder de artikelen 17 tot en met 26.
Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststellen van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen, en in het bijzonder de artikelen 2 tot en met 4.
Art. 1.
De gemeenteraad neemt kennis van het besluit van de gouverneur d.d. 08.11.2023 tot goedkeuring van de jaarrekening over het financiële boekjaar 2022 van de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.
In de begroting 2024 van de Politiezone Polder staat voor de gemeente Koekelare een gewone dotatie van € 755.572,00 ingeschreven. Deze gewone dotatie 2024 aan de Politiezone Polder wordt voorgelegd ter goedkeuring aan de gemeenteraad.
De politiebegroting 2024 werd door de politieraad goedgekeurd op 28 november 2023. Deze begroting kan in bijlage teruggevonden worden.
Bij de opmaak van de politiebegroting 2024 werd rekening gehouden met de verdeelsleutel zoals bepaald in het koninklijk besluit van 16 november 2001 houdende de nadere regels inzake de berekening en de verdeling van de gemeentelijke dotaties in de schoot van een meergemeente politiezone.
Op de politiebegroting 2024 staat een gewone dotatie van € 755.572,00 voor de gemeente Koekelare ingeschreven.
Politiebegroting 2024.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.
De wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst gestructureerd op twee niveaus.
Het koninklijk besluit van 16 november 2001 houdende de regels inzake de berekening en de verdeling van de gemeentelijke dotaties in de schoot van een meergemeente politiezone.
Art. 1.
De gemeenteraad beslist om de dotatie van de gemeente Koekelare aan de politiezone Polder zoals ingeschreven in de politiebegroting 2024, zijnde een gewone dotatie van € 755.572,00 goed te keuren en aan de politiezone Polder toe te kennen.
Art. 2.
Dit besluit wordt overgemaakt aan de gouverneur.
Lokale besturen moeten hun meerjarenplannen minstens één keer per jaar aanpassen om hun kredieten voor het volgende boekjaar vast te stellen. Als dat nodig is, kunnen ze daarbij ook de kredieten voor 2023 aanpassen.
Op heden ligt de 4de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2026 gedeelte gemeente voor aan de gemeenteraad.
Lokale en provinciale besturen die de beleids- en beheerscyclus toepassingen, hebben in 2019 een meerjarenplan opgemaakt voor de periode 2020-2025. Dat meerjarenplan vormt de basis voor het beleid tot 2025. Het bevat de te bereiken resultaten of effecten en de acties en actieplannen die het bestuur daarvoor zal uitvoeren. Op financieel vlak bevat het ramingen van de verwachte ontvangsten en uitgaven voor de periode van 2020-2026 en de kredieten voor het boekjaar 2023. Daar we minstens een meerjarenplan moeten hebben voor 3 jaar, zijn ook de kredieten voor 2026 voorzien.
Omdat het vroegere jaarlijks budget geïntegreerd is in het meerjarenplan moet het meerjarenplan jaarlijks worden aangepast om de kredieten voor het volgende boekjaar vast te stellen. Dat betekent dat de besturen hun meerjarenplan aanpassen om de raming uit hun initiële meerjarenplan te herzien en de kredieten voor 2024 vast te stellen. In dezelfde aanpassing kunnen ze ook, als dat nodig is, de kredieten voor 2023 wijzigen.
De gemeenten en de OCMW's hebben een geïntegreerd aangepast meerjarenplan, maar zij hebben hun eigen bevoegdheden voor de vaststelling ervan. Zowel de gemeenteraad als de raad voor maatschappelijk welzijn moet eerst zijn eigen deel van het aangepaste meerjarenplan vaststellen. Daarna kan de gemeenteraad het deel van het aangepaste meerjarenplan dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld, goedkeuren, waarvoor de aanpassing definitief is vastgesteld. De goedkeuring van de gemeenteraad is nodig omdat de gemeente de financiële gevolgen moet dragen van de keuzes die de raad voor maatschappelijk welzijn maakt.
Het definitief ontwerp van de 4de meerjarenplanaanpassing 2020-2026 werd besproken op het managementteam op 20.11.2023 en het college van burgemeester en schepenen op 28.11.2023.
Het ontwerp van de 4de meerjarenplanaanpassing 2020-2026 werd op zijn minst veertien dagen voor de vergadering waarop het wordt besproken bezorgd aan ieder lid van de gemeenteraad.
De aanpassing 2023 aan het meerjarenplan 2020-2026 ligt voor aan de gemeenteraad.
De gemeenteraad neemt akte van het ontwerp van de 4de meerjarenplanaanpassing 2020-2026.
De gemeenteraad dient de 4de meerjarenplanaanpassing 2020-2026 voor het gedeelte gemeente vast te stellen.
Definitieve bundel.
Documentatie genummerd.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018, inzonderheid titel II.
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikel 40, artikel 249, artikel 257, artikel 286 §1,3°, artikel 287, artikel 330 en artikel 596.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen.
Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen.
De omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 van 18 september 2020 over de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beheers- en beleidscyclus.
Art. 1.
De gemeenteraad stelt de 4de meerjarenplanaanpassing 2020-2026 - gedeelte gemeente - vast.
Lokale besturen moeten hun meerjarenplannen minstens één keer per jaar aanpassen om hun kredieten voor het volgende boekjaar vast te stellen. Als dat nodig is, kunnen ze daarbij ook de kredieten voor 2023 aanpassen.
Op heden ligt de 4de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2026 gedeelte OCMW voor aan de gemeenteraad.
Lokale en provinciale besturen die de beleids- en beheerscyclus toepassingen, hebben in 2019 een meerjarenplan opgemaakt voor de periode 2020-2025. Dat meerjarenplan vormt de basis voor het beleid tot 2025. Het bevat de te bereiken resultaten of effecten en de acties en actieplannen die het bestuur daarvoor zal uitvoeren. Op financieel vlak bevat het ramingen van de verwachte ontvangsten en uitgaven voor de periode van 2020-2026 en de kredieten voor het boekjaar 2023. Daar we minstens een meerjarenplan moeten hebben voor 3 jaar, zijn ook de kredieten voor 2026 voorzien.
Omdat het vroegere jaarlijks budget geïntegreerd is in het meerjarenplan moet het meerjarenplan jaarlijks worden aangepast om de kredieten voor het volgende boekjaar vast te stellen. Dat betekent dat de besturen hun meerjarenplan aanpassen om de raming uit hun initiële meerjarenplan te herzien en de kredieten voor 2024 vast te stellen. In dezelfde aanpassing kunnen ze ook, als dat nodig is, de kredieten voor 2023 wijzigen.
De gemeenten en de OCMW's hebben een geïntegreerd aangepast meerjarenplan, maar zij hebben hun eigen bevoegdheden voor de vaststelling ervan. Zowel de gemeenteraad als de raad voor maatschappelijk welzijn moet eerst zijn eigen deel van het aangepaste meerjarenplan vaststellen. Daarna kan de gemeenteraad het deel van het aangepaste meerjarenplan dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld, goedkeuren, waarvoor de aanpassing definitief is vastgesteld. De goedkeuring van de gemeenteraad is nodig omdat de gemeente de financiële gevolgen moet dragen van de keuzes die de raad voor maatschappelijk welzijn maakt.
Het definitief ontwerp van de 4de meerjarenplanaanpassing 2020-2026 werd besproken op het managementteam op 20.11.2023 en op het college van burgemeester en schepenen d.d. 28.11.2023.
De Raad voor maatschappelijk welzijn heeft in de zitting van heden de 4de meerjarenplanaanpassing 2020-2026 voor het gedeelte OCMW vastgesteld. Vervolgens dient de gemeenteraad de 4de meerjarenplanaanpassing 2020-2026 voor het gedeelte OCMW goed te keuren. Door die goedkeuring wordt de 4de meerjarenplanaanpassing 2020-2026 in zijn geheel geacht definitief vastgesteld te zijn.
Definitieve bundel.
Documentatie genummerd.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018, inzonderheid titel II.
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikel 84, artikel 249, artikel 257, artikel 286 §1,3°, artikel 287, artikel 330 en artikel 596.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen.
Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen.
De omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 van 18 september 2020 over de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beheers- en beleidscyclus.
Art. 1.
De gemeenteraad keurt de 4de meerjarenplanaanpassing 2020-2026 - voor het gedeelte OCMW - goed.
Aan de gemeenteraad wordt goedkeuring gevraagd voor de wijziging van het reglement tweede verblijven. Vanuit de administratie wordt gevraagd om het administratief proces achterliggend aan het reglement gemeentebelasting op de tweede verblijven te vereenvoudigen en een aantal verduidelijkingen hierin op te nemen.
Vanuit de administratie wordt gevraagd om het administratief proces achterliggend aan het reglement gemeentebelasting op de tweede verblijven te vereenvoudigen en een aantal verduidelijkingen hierin op te nemen.
Overeenkomstig het huidig reglement dient de eigenaar van een tweede verblijf aangifte te doen van zijn/haar woning als tweede verblijf en dient hij/zij jaarlijks de bewijzen voorleggen.
Jaarlijks werden er brieven verstuurd naar deze eigenaren met de vraag om aangifte te doen. Teneinde de administratieve last voor zowel de burger als voor de administratie te verlagen, wordt voorgesteld om het reglement gemeentebelasting op de tweede verblijven aan te passen.
Tot slot werden een aantal verduidelijkingen voorzien in het voorstel tot wijziging van het reglement:
Ontwerp tot wijziging van het reglement gemeentebelasting op de tweede verblijven voor de aanslagjaren 2021-2025.
Art. 1.
De gemeenteraad beslist akkoord te gaan met de wijzigingen zoals in bijlage opgenomen.
De retributie voor het gebruik van het Diftar recyclagepark wordt jaarlijks geactualiseerd. Aan de gemeenteraad wordt de retributie voor het gebruik van het Diftar recyclagepark met ingang van 01.01.2024 tot en met 31.12.2024 ter goedkeuring voorgelegd.
Er bestaat een uitgebreide productenverantwoordelijkheid voor volgende afvalstoffen, zoals gedefinieerd in Vlarema: drukwerkafval, afgedankte batterijen en accu's, oude en vervallen geneesmiddelen, afvalbanden, afgedankte elektrische en elektronischa apparatuur (AEEA), gebruikte dierlijke en plantaardige vetten en oliën van huishoudelijke oorsprong, afgewerkte olie, afgedankte voertuigen, afgedankte fotovoltaïsche zonnepanelen,...
Bij de invulling van de aanvaardingsplichten wordt er gestreefd naar een internalisering van de afvalkost.
Er bestaat een terugnameplicht voor het huishoudelijk verpakkingsafval. Minstens papier en karton, hol glas en plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons (PMD-afval) moeten selectief worden ingezameld.
Papier en karton, hol glas, PMD-afval, bouw- en sloopafval, gebonden asbesthoudend bouw- en sloopafval, textiel en lederwaren, oude metalen, tuinafval, houtafval, afgedankt elektrische en elektronische apparaten, KGA, grofvuil, en andere afvalstoffen worden selectief ingezameld op het recyclagepark.
KGA wordt selectief verzameld op het recyclagepark.
Brandbaar grofvuil wordt selectief verzameld op het recyclagepark.
Het recyclagepark wordt opengesteld voor zowel huishoudelijke afvalstoffen als voor met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen.
De door of op vraag van de gemeente ingezamelde huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen worden in opdracht van de gemeente gerecycleerd, nuttig toegepast of verwijderd.
De kosten van inzameling, hergebruik, recyclage, nuttige toepassing en verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen wegen zwaar door op de financiën.
De gemeentelijke inkomsten en uitgaven dienen in evenwicht te zijn.
De kosten van inzameling, hergebruik, recyclage, nuttige toepassing en verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen worden verhaald op de aanbieders via een gedifferentieerd retributiereglement.
De invoering van een gedifferentieerde contantbelasting laat de gemeente toe om het principe "de vervuiler betaalt" toe te passen, waarbij prioriteit verleend wordt aan afvalvoorkoming, slechts in tweede instantie aan hergebruik en tenslotte recyclage van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen wordt gestimuleerd.
Er wordt gestreefd om het retributiereglement op het hergebruik, de recyclage, de nuttige toepassing en de verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen in de gemeenten zo optimaal mogelijk op elkaar af te stemmen.
Op het recyclagepark worden ook afvalzakken, compostvaten, compostbakken, hun onderdelen en hun toebehoren verkocht.
retributielijst 2024.
De grondwet, inzonderheid artikel 170 §4.
De wet van 19 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen.
Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur.
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.
Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
Het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 16 september 2016 tot vaststelling van het uitvoeringsplan voor het het huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval.
Het gemeentelijk politiereglement betreffende huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen goedgekeurd door de gemeenteraad op 29.03.2004.
Art. 1.
Vanaf 01.01.2024 t.e.m. 31.12.2024 wordt voor particulieren en badgegebruikers de retributie prijslijst 2024, zoals in bijlage bijgevoegd, gevestigd op het gebruik van het recyclagepark voor het leveren van afvalstoffen, voor de aankoop van afvalzakken, aanschaf van compostvaten, compostbakken, hun onderdelen en hun toebehoren.
Bij het afleveren van afvalstoffen wordt een onderscheid gemaakt tussen afvalstoffen die steeds gratis zijn en afvalstoffen waarop met of zonder vrijstelling een retributie wordt geheven voor de verwerking ervan.
Art. 2.
Er geldt een vrijstelling, voor de aanvoer van afvalstoffen uit de oranje groep, ten belope van 1.000 kg/gezin/jaar. Eens de vrijstelling is opgebruikt kan er nog eens 1000 kg/gezin/jaar aangebracht worden tegen een basistarief van 25 €/ton. Eens dit is opgebruikt dienen de aangevoerde afvalstoffen betaald te worden aan de tariefprijs, zoals vastgelegd in art.1.
De vrijstelling is enkel van toepassing voor bepaalde categorieën :
Reglementair ingeschreven inwoners uit de gemeente
Reglementair ingeschreven vreemdelingen
Derden die aanvoeren voor een producent die inwoner is in de gemeente (vrijstelling in functie van saldo van producent)
Nabestaanden overledenen (vrijstelling in functie van saldo overledene)
Jeugdverenigingen met vast lokaal
De vrijstelling geldt niet voor :
Toekomstige inwoners zoals (ver)bouwers, aankopers van een huis, huurders
Eigenaars terreinen, niet in de gemeente wonend
Eigenaars/bewoners 2de verblijven
Zelfstandigen, KMO’s
Art. 3.
De vrijstelling geldt per gezin. De leden van het gezin zijn de natuurlijke personen die een zelfde referentiepersoon hebben in het rijksregister.
Art. 4.
De vrijstelling geldt voor het lopende kalenderjaar en kan niet worden overgedragen naar het volgende jaar.
Art. 5.
Bij wijziging van de gezinssamenstelling blijft de vrijstelling toegewezen aan de referentiepersoon. Nieuwe referentiepersonen krijgen een vrijstelling pro rata het resterende jaar (naar boven afgerond op twaalfden)
Art. 6.
Bij elke weegcyclus wordt er een minimum netto-gewicht van 5 kg in rekening gebracht.
Art. 7. De afvalstoffen worden gewogen op een geijkte weegbrug, waarvan het weegresultaat niet kan worden betwist. De weegbrug heeft een nauwkeurigheid van 5 kg voor het weegbereik tot 15.000 kg en 10 kg voor het weegbereik van 15.000 kg tot 30.000 kg.
Art. 8. Bij het overschrijden van de tweede vrijstelling wordt de aanvoer volledig verrekend aan het basistarief.
Art. 9. Het bedrag wordt ter plaatse betaald aan de betaalzuil. Dit kan met bancontact of met munten (vanaf 5 eurocent). De betaalautomaat geeft geen geld terug. Het saldo wordt bijgehouden op rekening van de aanvoerder. Bij een volgende betaling wordt het saldo in mindering gebracht.
Art. 10. De gemeente betaalt het saldo op eenvoudig verzoek terug ingeval de referentiepersoon niet langer ingeschreven is in de gemeente.
Art. 11. In het geval dat de bezoeker in de onmogelijkheid verkeert onmiddellijk te betalen, wordt de toegang tot het park ontzegd aan de leden van het gezin van de desbetreffende bezoeker tot na ontvangst van de betaling. Het openstaand saldo dient vereffend te worden aan de betaalzuil binnen de 14 kalenderdagen. Bij niet betaling binnen 1 maand volgt er een aanmaning. Na 2 maanden volgt een 2de aanmaning. Indien nog niet betaald wordt start de gemeente de administratieve invordering.
Art. 12. Bij overlijden van een referentiepersoon, hebben de nabestaanden recht om tot 90 dagen na het overlijden het recyclagepark te gebruiken, en dit met overname van de eventuele vrijstellingen en saldo’s.
Art. 13. De badge kost 10 €.
Art. 14. Indien door een defect aan de DIFTAR-toestellen de weging of betaling niet kan afgewerkt worden, zal in de mate van het mogelijke de schuld worden bijgehouden zodat het bij een volgend bezoek kan verrekend worden. Indien de schuld niet kan bepaald worden, worden de betrokken bezoekers vrijgesteld van betaling.
Voor de aanvoerders van vergelijkbaar bedrijfsafval zal de parkwachter een zo goed mogelijke schatting maken van de gewichten, zodat deze nog kunnen verrekend worden.
Art. 15. Bij defecten aan de DIFTAR-toestellen waarbij de weeggegevens niet meer correct kunnen geregistreerd worden wordt geen verdere aanvoer van vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen meer toegelaten.
Art. 16. Het retributiereglement 2023 voor het gebruik van het diftar recyclagepark d.d. 19.12.2022 wordt opgeheven en vervangen door onderhavig reglement vanaf 01.01.2024.
Er wordt een gedeelte van een verbindingswegel tussen de Oostmeetstraat en de verkaveling Akkerrand verkocht aan de aanpalende eigenaar. Hiertoe wordt de ontwerpakte voorgelegd aan de gemeenteraad ter goedkeuring.
Een verbindingswegel tussen de Oostmeetstraat en de nieuwe verkaveling Akkerrand heeft zijn functie als toegangsweg voor auto's verloren na de uitvoering van de infrastructuurwerken t.b.v. de verkaveling. Alle woningen en garages werden toegankelijk gemaakt via de nieuwe weginfrastructuur.
Deze verbindingsweg werd overgedragen naar het openbaar domein. De akte kosteloze grondafstand werd goedgekeurd door de gemeenteraad in de zitting van 27 juni 2023 en werd verleden op 7 augustus 2023 door notaris Christophe Vandeurzen.
De eigenaar van de woning gelegen Oostmeetstraat 55 wenst een gedeelte van deze verbindingsweg aan te kopen met het doel deze oppervlakte in te lijven in zijn tuin. Deze verbindingswegel kan verder door voetgangers en fietsers gebruikt worden.
Het te verkopen perceelsdeel staat aangeduid als deel B op het opmetingsplan van Johan D'Haene, Landmeter-Expert te Koekelare.
De Dienst Vastgoedtransacties van de Vlaamse overheid heeft een ontwerp van akte van verkoop van een onroerend goed opgemaakt voor volgend goed : 35ca grond, gelegen Oostmeetstraat, te nemen uit een perceel kadastraal gekend als Koekelare, 1e Afdeling, Sectie A, nr. 1617/B/4.
Het ontwerp van akte verkoop onroerend goed.
Het opmetingsplan.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, BS 12.09.1991 zoals gewijzigd tot op heden.
Het bestuursdecreet van 07 december 2018, B.S. 11.01.2019, inzonderheid titel II.
Het decreet over het lokaal bestuur.
Het Burgerlijk Wetboek, artikelen 1582 t.e.m. 1701.
Art. 1.
De akte van verkoop van 35ca grond, gelegen Oostmeetstraat, te nemen uit een perceel kadastraal gekend als Koekelare, 1e Afdeling, Sectie A, nr. 1617/B/4, opgemaakt door de Dienst Vastgoedtransacties van de Vlaamse overheid, wordt goedgekeurd voor 2.625,00 euro.
Art. 2.
De hypotheekbewaarder wordt ontslagen van de verplichting ambtshalve inschrijving te nemen bij de overschrijving van onderhavige akte.
Art. 3.
De Vlaams commissaris bij de Afdeling Vastgoedtransacties wordt gemachtigd om de gemeente te vertegenwoordigen bij de ondertkekening van de akte.
Art. 4.
Afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan de Dienst Vastgoedtransacties van de Vlaamse Overheid.
De ontwerpaktes voor de aankoop van percelen grond, gelegen Hoogkwartier 1, 3, 7 en 17 en Brugse Heirweg, met het oog op de aanleg van een gescheiden rioleringsstelsel, worden ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.
Fluvius heeft de intentie om, in het kader van het Aquafinproject 'Collector Brugse Heirweg - Sterrestraat', een gescheiden rioleringsstelsel aan te leggen in een gedeelte van de Brugse Heirweg, de Sterrestraat en het Hoogkwartier.
De gemeenteraad keurde in de zitting van 10 oktober 2022 volgende koopovereenkomsten goed :
- 18 m² grond en opstallen, gelegen Hoogkwartier 1, te nemen uit een perceel kadastraal gekend als Koekelare, 1e Afdeling, Sectie D, nr. 581F, 9.367,20 euro
- 14 m² grond en opstallen, gelegen Hoogkwartier 3, te nemen uit een perceel kadastraal gekend als Koekelare, 1e Afdeling, Sectie D, nr. 582G, 5.019,60 euro
- 35 m² grond en opstallen, gelegen Hoogkwartier 7, te nemen uit een perceel kadastraal gekend als Koekelare, 1e Afdeling, Sectie D, nrs. 583S2 en 583T2, 19.082,36 euro
- 34 m² grond en opstallen, gelegen Hoogkwartier 17, te nemen uit een perceel kadastraal gekend als Koekelare, 1e Afdeling, Sectie D, nr. 583B3, 19.246,85 euro
De gemeenteraad keurde in de zitting van 24 april 2023 volgende koopovereenkomsten goed :
- 296 m² grond, gelegen Brugse Heirweg, te nemen uit een perceel kadastraal gekend als Koekelare, 1e Afdeling, Sectie A, nr. 1576C, 5.125,20 euro
De overeenkomst 'Afstand van pacht' werd ook goedgekeurd.
De dienst Vastgoedtransacties van de Vlaamse Overheid (Afdeling Juridische Dienstverlening) heeft de aktes opgemaakt voor deze aankopen en pachtbeëindiging.
De aankoopaktes Hoogkwartier 1, 3, 7 en 17
De aankoopakte Brugse Heirweg
De akte pachtverbreking Brugse Heirweg
De verwervingsplannen.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, BS 12.09.1991 zoals gewijzigd tot op heden.
Het bestuursdecreet van 07 december 2018, B.S. 11.01.2019, inzonderheid titel II.
Het decreet over het lokaal bestuur.
Het Burgerlijk Wetboek, artikelen 1582 t.e.m. 1701.
De nodige kredieten voor de grondverwerving werden voorzien op het investeringsbudget van de meerjarenplanning 2020-2025.
Art. 1.
De aktes, opgemaakt door de Dienst Vastgoedtransacties van de Vlaamse Overheid, voor aankoop van volgende stroken grond worden goedgekeurd :
18 m² grond en opstallen, gelegen Hoogkwartier 1, te nemen uit een perceel kadastraal gekend als Koekelare, 1e Afdeling, Sectie D, nr. 581F voor 9.367,20 euro
14 m² grond en opstallen, gelegen Hoogkwartier 3, te nemen uit een perceel kadastraal gekend als Koekelare, 1e Afdeling, Sectie D, nr. 582G voor 5.019,60 euro
35 m² grond en opstallen, gelegen Hoogkwartier 7, te nemen uit een perceel kadastraal gekend als Koekelare, 1e Afdeling, Sectie D, nrs. 583S2 en 583T2 voor 19.082,36 euro
34 m² grond en opstallen, gelegen Hoogkwartier 17, te nemen uit een perceel kadastraal gekend als Koekelare, 1e Afdeling, Sectie D, nr. 583B3 voor 19.246,85 euro
296 m² grond, gelegen Brugse Heirweg, te nemen uit een perceel kadastraal gekend als Koekelare, 1e Afdeling, Sectie A, nr. 1576C voor 5.125,20 euro
Art. 2.
De akte pachtbeëindiging voor het perceel kadastraal gekend als Koekelare 1e Afdeling, Sectie A, nr. 1576C, wordt goedgekeurd voor een betaling van 245,68 euro aan de pachter.
Art. 3.
De Hypotheekbewaarder wordt ontslagen van de verplichting ambtshalve inschrijving te nemen bij de overschrijving van onderhavige akte.
Art. 4.
De Vlaams commissaris bij de Afdeling Vastgoedtransacties wordt gemachtigd om de gemeente te vertegenwoordigen bij de ondertekening van de aktes.
Art. 5.
Afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan de Dienst Vastgoedtransacties van de Vlaamse Overheid.
Rondvraag
Raadslid Demey verwijst naar het lopende project voor de realisatie van het nieuwe fietspad richting Zande. Hij merkt op dat er gevaarlijke uitsparingen in het wegdek zijn waar momenteel geen signalisatieborden staan. Wordt dit nog aangepast?
Schepen Ampoorter antwoordt dat er momenteel nog geen borden geplaatst werden. Er werden wel al de nodige pinkers geplaatst om deze plaats te signaleren.
Raadslid Demey vraagt of er een mogelijkheid is om het nachtregime voor de openbare verlichting aan te passen waarbij hij vraagt om de openbare verlichting te laten branden tot 00u i.p.v. tot 23u.
De burgemeester antwoordt dat van meet af aan gevraagd werd aan Fluvius om de openbare verlichting te doven tussen 00u en 5u, maar dit was niet mogelijk en er kon enkel 23u gekozen worden. Om het brandregime te wijzigen, kan dit bevraagd worden bij Fluvius. Op heden ontving ik geen opmerkingen over dit brandregime.
Raadslid Demey vult aan dat hij informeerde bij Fluvius en dat dit mogelijk zou zijn. Een aanpassing komt volgens hem ten gunste van voetgangers en bestuurders.
Raadslid Pollentier verwijst naar de overeenkomst met Infano voor de organisatie van de kinderopvang tijdens het bouwverlof. Hij vraagt om de communicatie nog beter te laten verlopen zodat iedereen op de hoogte is van de zomerregeling voor de kinderopvang in De Buidel.
Raadslid Pollentier vernam dat er een wijziging komt in de wegcode inzake het beurtelings parkeren. Dit zou bv. in de Veldstraat repercussies hebben. Hij vraagt of al werd nagezien hoe dit zal bekeken worden.
De burgemeester antwoordt dat hij dit pas heel recent vernam. Aangezien de wijziging pas in het najaar 2025 zou ingaan, zal dit later nog bekeken worden.
Raadslid Pollentier verwijst naar de vernieuwde verkeerslichtenregeling op het kruispunt Ringlaan-Moerestraat. Op piekmomenten moeten voertuigen nog altijd aanschuiven. Wordt dit nog bekeken om dit nog bij te sturen?
Schepen Ramboer antwoordt dat de regeling van de verkeerslichten al een hele tijd terug op punt werd gezet. Net als in vele steden en gemeenten is er een heel hoge voertuigenconcentratie op bepaalde piekmomenten en bij regenweer kan dit nog versterkt worden in de druktste rijrichtingen. Voor de zwakke weggebruikers is de nieuwe verkeersregeling een verbetering. In vergelijking met vroeger hebben we nu andere lichtstandaarden met soms iets langere wachttijden. Deze lichtstandaarden staan momenteel al heel scherp. Rond de zomer werd de werking van de drukknoppen nog aangepast wat ook een verbetering was voor de circulatie.
Raadslid Demey vraagt of ook de bijdrage van de wijkagent ’s morgens in de Ringlaan meegenomen kan worden?
Raadslid Pollentier wil nog kort terugkomen op de parkeersituatie in de Veldstraat en vraagt of de parkeerregeling nu al permanent aangepast kan worden?
De burgemeester antwoordt dat een aanpassing meteen repercussies heeft.
Raadslid Dewulf verwijst naar een persartikel inzake een kunstgrasveld op het sportcentrum. Hij vernam dat offertes werden opgevraagd voor een kunstgrasveld voor het spelen van voetbal, niet voor het spelen van krachtbal. Hij vraagt wat de stand van zaken is, wat de verwachtingen zijn en hoe dit verder wordt aangepakt.
Schepen Lievens antwoordt dat hij enkel vanuit de voetbalvereniging hieromtrent een vraag kreeg. Daarna werden offertes opgevraagd voor een kunstveld voor het spelen van voetbal zodat er een zicht was op de kostprijs van dergelijk project. Een realisatie kan in een volgende legislatuur overwogen worden.
Raadslid Dewulf verwijst naar de beleidsnota, meer bepaald over de hondenloopweide. Hij vraagt of dit nog gerealiseerd zal worden.
Schepen Lievens antwoordt dat hierover reeds vragen kwamen maar op dit moment werd nog geen geschikte locatie gevonden. Mocht er een geschikte locatie zijn dan kan dit verder onderzocht worden.
Raadslid Dewulf verwijst naar de recente langdurige regenval. Tijdelijk werd de Eernegemstraat afgesloten. In het hemelwaterplan werd gesproken over de problematiek op dit kritiek punt. Hij vraagt of er hierrond nog stappen gezet worden?
Schepen Ampoorter antwoordt dat dit verder zal bekeken worden samen met het provinciebestuur.
Raadslid Maertens verwijst naar een eerdere vraag over het gebruik van badges in de sporthallen. Ondertussen werd opnieuw vandalisme vastgesteld en ze vraagt wat de stand van zaken is.
Schepen Lievens antwoordt dat de beelden van de veiligheidscamera’s nagekeken werden door de lokale politie. Deze camera’s helpen om het plegen van vandalisme te bestrijden. Hij is geen voorstander van een badgesysteem en dit systeem zal ook niet ingevoerd worden.
Raadslid Maertens is van oordeel dat camera’s niet echt effectief zijn omdat het achteraf soms moeilijk is om personen te identificeren. In sporthal 1 hangen geen camera’s. Ze vraagt zich af ook in deze hal het plegen van vandalisme zal bestreden worden. Volgens haar is het badgesysteem een piste waarover nagedacht moet worden.
Raadslid Maertens vernam dat het al jaren binnen regent in de 2 sporthallen. Ze vraagt of de nodige werken zullen uitgevoerd worden.
Schepen Lievens antwoordt dat er vroeger beperkte problemen waren en dit werd telkens aangepakt. Recent kwam er wel veel water binnen en de nodige herstellingen worden op korte termijn in sporthal 2 uitgevoerd.
Raadslid Lootens-Stael vraagt wat de stand van zaken is inzake de opmaak van de werfverslagen voor de verbouwing van sporthal 1.
Schepen Lievens antwoordt dat deze verslagen ondertussen wekelijks werden opgemaakt.
De voorzitter sluit de zitting op 18/12/2023 om 21:03.
Aldus beslist in de zitting, de datum als voormeld.
Namens de gemeenteraad.
Namens Gemeenteraad,
Lode Claeys
Algemeen directeur
Kelly Tanghe
Raadslid-voorzitter