Aan de gemeenteraad wordt goedkeuring gevraagd voor de wijziging van artikel 51 van het algemeen reglement op de gemeentelijke administratieve sancties aangaande de landerijen palende aan de openbare weg.
In het actueel gasreglement van de vier gemeenten binnen de Politiezone Polder (gemeenschappelijk deel) staat artikel 51 met volgende inhoud:
Artikel 51 - Landerijen palende aan de openbare weg Langs landelijke wegen waar geen grachten voorkomen zijn de gebruikers van de landerijen palende aan de openbare weg ertoe gehouden, bestendig een gelijkgrondse grasstrook van tenminste 1 meter breed te laten groeien langs de rand van de rijbaan |
De term landelijke wegen is gebaseerd op de vroegere regelgeving omtrent het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen (RSV) (anno 1997). Sinds 2020, met de uitrol van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen werd het RSV echter opgeheven.
De Vlaamse Regering heeft in het Regeerakkoord 2019-2024 beslist om over te gaan naar een nieuwe wegencategorisering. Sinds 7 oktober 2020 is dit een feit.
De term “openbare weg” wordt echter beter niet langer gehanteerd in het art 51 van het gas reglement.
Trouwens nergens in de wetgeving wordt er een definitie gegeven van het begrip “openbare weg”. Het openbaar karakter van een weg ontstaat dan ook door het feit dat de weg gebruikt wordt door het publiek, ongeacht wie ook de eigenaar van de bedding is. Van het ogenblik dat een weg openstaat voor het verkeer, wanneer geen enkele aanduiding vermeldt dat het een private weg is en wanneer de weg gebruikt mag worden door éénieder, betreft het een openbare weg. Dit is bijgevolg steeds een feitenkwestie. Bij onenigheid zal het de rechter zijn die geval per geval zal oordelen of het een openbare weg is of niet.
Vandaar dat we de term openbare weg in artikel 51 verlaten en op basis van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen hanteren we de term “gemeenteweg”.
Een gemeenteweg is immers een openbare weg die onder het rechtstreekse en onmiddellijke beheer van de gemeente valt, ongeacht de eigenaar van de grond. (art 2, 6° decreet gemeentewegen).
Aangezien er soms wel eens onduidelijkheid is omtrent de gebruiker van de landerijen (vooral in geval van seizoen pacht) is het aan te raden om desgevallend ook de eigenaar van de grond verantwoordelijk te stellen voor de overlast. Om deze redenen wordt het artikel 51 verder verruimd.
Art. 1.
Artikel 51 wordt in het vigerend algemeen reglement op de gemeentelijke administratieve sancties vervangen door :
Art. 51 - Landerijen palende aan een gemeenteweg*
Langs de gemeentewegen waar geen grachten voorkomen zijn de gebruikers van de landerijen palende aan de gemeenteweg ertoe gehouden, bestendig een gelijkgrondse grasstrook van tenminste 1 meter breed te laten groeien langs de rand van die gemeenteweg.
Indien de gebruiker van de voormelde landerijen niet gekend is, dan wordt vermoed dat de plicht om de voormelde gelijkgrondse grasstrook te laten groeien voor rekening is van de eigenaar(s) van het (de) desbetreffende perce(e)l(en) palende aan de gemeenteweg. Het vermoeden van schuld kan worden weerlegd met elk middel.
De gebruiker(s) van de landerijen en bij ontstentenis de eigenaar(s) is (zijn) ertoe gehouden om de vastgestelde overlast weg te werken op het eerste verzoek en de situatie direct te herstellen volgens de regels van de kunst.
Art. 2.
Onderhavige beslissing behoort tot het gemeenschappelijk deel van het gasreglement (identiek in de vier gemeenten van de Politiezone Polder).
De inwerkingtreding (normaliter de vijfde dag na bekendmaking) wordt gefixeerd op de eerste van de maand volgend op de goedkeuring van een identieke tekst door alle gemeenteraden in de vier gemeenten van de Politiezone Polder.
Art. 3.
Een afschrift van deze aanvulling zal conform art. 119 NGW worden overgemaakt conform de richtlijnen ter zake :
Afschrift tevens over te maken per mailbericht aan :
Afschrift van onderhavige beslissing wordt tevens bekendgemaakt conform het decreet lokaal bestuur.