De voorzitter opent de zitting op 28/03/2022 om 20:10.
Voor deze zitting wordt het dragen van een mondmasker aanbevolen. Tijdens een tussenkomst kan het mondmasker afgezet worden.
De notulen en het zittingsverslag van de vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn worden onder de verantwoordelijkheid van de algemeen directeur opgesteld.
Een lid van de raad voor maatschappelijk welzijn kan opmerkingen maken over de redactie van de notulen van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de raad voor maatschappelijk welzijn worden aangenomen, worden de notulen in die zin aangepast.
Het zittingsverslag wordt vervangen door een audio- of audiovisuele opname van de openbare zitting van de gemeenteraad. Indien de gemeenteraad een aangelegenheid in besloten vergadering behandelt, vermelden de notulen alleen de beslissingen en wordt er geen zittingsverslag opgesteld.
Het zittingsverslag kan geraadpleegd worden via onderstaande link:
Notulen van de raad voor maatschappelijk welzijn d.d. 28.02.2022.
Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 (B.S. 24.12.2018) zoals gewijzigd tot op heden, inzonderheid artikel 32 en artikel 278 volgens artikel 74.
Art.1.
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de notulen d.d. 28.02.2022, zoals als in bijlage opgenomen, goed.
Art.2.
De voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn en de algemeen directeur ondertekenen de notulen.
Art. 3
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt het zittingsverslag d.d. 28.02.2022 goed.
Aan de raad voor maatschappelijk welzijn wordt goedkeuring gevraagd voor het voorstel tot wijziging van het organogram. Concreet betreft dit een rechtzetting waarbij "budgethouderschap" op het organogram geschrapt wordt naar aanleiding van een opmerking die gemaakt werd door een raadslid in een voorgaande raad voor maatschappelijk welzijn.
Voorstel tot wijziging van het organogram.
Verslag HOC-BOC 07.03.2022.
Personeelsformatie.
Rechtspositieregeling.
Decreet voor het lokaal bestuur d.d. 22.12.2017.
Besluit van de Vlaamse Regering houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn d.d. 07.12.2007.
Kwaliteitsbesluit buitenschoolse opvang van 16 mei 2014.
Overgangsbesluit subsidies buitenschoolse kinderopvang van 24 september 2021.
Decreet houdende de organisatie van de buitenschoolse opvang en de afstemming tussen buitenschoolse activiteiten van 3 mei 2019.
Besluit van De Vlaamse regering tot toekenning van een kwaliteitslabel aan organisatoren van kleuteropvang van 16 oktober 2020.
Wet tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel van 19 december 1974.
Art. 1.
De raad voor maatschappelijk welzijn beslist om akkoord te gaan met de voorgelegde wijzigingen.
Aan de raad voor maatschappelijk welzijn wordt goedkeuring gevraagd voor het voorstel tot wijziging van de rechtspositieregeling. Concreet dient de rechtspositieregeling in overeenstemming gebracht te worden met de gewijzigde regelgeving. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van deze aangelegenheid om de huidige rechtspositieregeling volledig te actualiseren.
De rechtspositieregeling dient in overeenstemming te worden gebracht met de gewijzigde regelgeving:
Gelet op bovenstaande wordt tevens gebruik gemaakt van deze aangelegenheid om een volledige actualisering voor te stellen:
Het document in bijlage bevat een overzicht van alle concrete wijzigingen die voorgesteld worden.
Tevens kan er een gecoördineerde versie teruggevonden worden in bijlage.
Overzicht voorstel wijzigingen.
Gecoördineerde versie.
Verslag HOC-BOC d.d. 07.03.2022
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, BS 12.09.1991 zoals gewijzigd tot op heden;
Het bestuursdecreet van 07 december 2018, B.S. 11.01.2019, inzonderheid titel II;
De wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, B.S. 24.12.1974, zoals gewijzigd tot op heden;
Het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, B.S. 20.10.1984;
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, B.S. 23.12.2018, zoals gewijzigd tot op heden, inzonderheid artikel 40, artikel 186, artikel 286,§1,2°, artikel 286,§2,2°, artikel 287, artikel 288 en artikels 330 tot en met 334;
Het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn [Rechtspositieregeling – Rechtspositiebesluit - BVR RPR G], (B.S. 24.12.2007), zoals gewijzigd tot op heden;
Het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn [BVR RPR O], (B.S. 03.12.2010), zoals gewijzigd tot op heden;
De rechtspositieregeling, het arbeidsreglement zoals vastgesteld door de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn d.d. 08.09.2020.
Amendement 1 CD&V fractie:
Net zoals nu reeds het geval is voor de functies in niveau A en B stellen we voor om voor alle functies te werken met een examen met bindende rangschikking. Op die manier werken we aan een verdere professionalisering van onze organisatie.
Voorstel aanpassing:
Art 19 lid 1:
De selectieprocedures voor functies in de niveaus A, B, C , D en E resulteren in een bindende rangschikking in volgorde van het resultaat van de geslaagde of geschikt bevonden kandidaten.
Lid 2: schrapping
Stemming amendement 1 CD&V fractie:
Met 4 stemmen voor (Tom Pollentier, Tine Maertens, Marnix Demey, Sam Dewulf), 11 stemmen tegen (Kelly Tanghe, Patrick Lansens, Jessy Salenbien, Jan Lievens, Willy Boone, Dirck Devreker, Urbain Scharmin, Carole Himpens, Laura Cools, John Eeckloo, Els Verhelst), 1 onthouding (Jolien Lootens-Stael)
Amendement 2 CD&V fractie:
Aanpassing van de meegerekende anciënniteit tot de volledige toepassing voor de inbreng van relevante anciënniteit binnen de privésector of als zelfstandige. Dit voor zowel graad, niveau en dienstanciëniteit als geldende anciënniteit.
Voorstel aanpassingen:
Art 96 lid1, Art 92 lid 2, Art 90 lid 2, Art 305, :
Beroepservaring in de privésector of als zelfstandige wordt in aanmerking genomen voor de toekenning van periodieke salarisverhogingen, op voorwaarde dat ze relevant is voor de functie en dit zonder maximumduur.
Stemming amendement 2 CD&V fractie:
Met 4 stemmen voor (Tom Pollentier, Tine Maertens, Marnix Demey, Sam Dewulf), 11 stemmen tegen (Kelly Tanghe, Patrick Lansens, Jessy Salenbien, Jan Lievens, Willy Boone, Dirck Devreker, Urbain Scharmin, Carole Himpens, Laura Cools, John Eeckloo, Els Verhelst), 1 onthouding (Jolien Lootens-Stael).
Art.1.
De raad voor maatschappelijk welzijn beslist akkoord te gaan met de wijzigingen zoals in het voorstel in bijlage opgenomen.
Aan de raad voor maatschappelijk welzijn wordt goedkeuring gevraagd voor het voorstel tot wijziging van het arbeidsreglement. Concreet dient het arbeidsreglement in overeenstemming gebracht te worden met de voorgestelde wijzigingen zoals opgenomen voor de rechtspositieregeling. Daarnaast wordt voorgesteld om een aantal bijlages toe te voegen.
Het arbeidsreglement dient in overeenstemming te worden gebracht met de voorgestelde wijzigingen zoals opgenomen voor de rechtspositieregeling.
Gelet op bovenstaande wordt tevens gebruik gemaakt van deze aangelegenheid om een aantal bijlages toe te voegen:
Het document in bijlage bevat een overzicht van alle concrete wijzigingen die voorgesteld worden.
Tevens kan er een gecoördineerde versie teruggevonden worden in bijlage.
Overzicht wijzigingen.
Gecoördineerde versie.
Verslag HOC-BOC d.d. 07.03.2022.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, BS 12.09.1991 zoals gewijzigd tot op heden;
Het bestuursdecreet van 07 december 2018, B.S. 11.01.2019, inzonderheid titel II;
De wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, B.S. 24.12.1974, zoals gewijzigd tot op heden;
Het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, B.S. 20.10.1984;
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, B.S. 23.12.2018, zoals gewijzigd tot op heden, inzonderheid artikel 40, artikel 186, artikel 286,§1,2°, artikel 286,§2,2°, artikel 287, artikel 288 en artikels 330 tot en met 334;
Het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn [Rechtspositieregeling – Rechtspositiebesluit - BVR RPR G], (B.S. 24.12.2007), zoals gewijzigd tot op heden;
Het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn [BVR RPR O], (B.S. 03.12.2010), zoals gewijzigd tot op heden;
De rechtspositieregeling, het arbeidsreglement zoals vastgesteld door de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn d.d. 08.09.2020.
Art.1.
De raad voor maatschappelijk welzijn beslist om akkoord te gaan met de wijzigingen zoals in het voorstel in bijlage opgenomen.
Aan de raad voor maatschappelijk welzijn wordt principiële goedkeuring gevraagd voor het voorstel tot wijziging van het reglement feedback, opvolging en evaluatie. Concreet dient het reglement feedback, opvolging en evaluatie in overeenstemming gebracht te worden met de voorgestelde wijzigingen zoals opgenomen voor de rechtspositieregeling. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van deze aangelegenheid om het reglement te actualiseren.
Het reglement feedback, opvolging en evaluatie dient in overeenstemming te worden gebracht met de voorgestelde wijzigingen zoals opgenomen voor de rechtspositieregeling.
Gelet op bovenstaande wordt tevens gebruikt gemaakt van deze aangelegenheid om onvolledigheden, zaken die voor interpretatie vatbaar zijn en bepaalde tegenstrijdigheden weg te werken.
Het document in bijlage bevat een overzicht van alle concrete wijzigingen die voorgesteld worden.
Tevens kan er een gecoördineerde versie teruggevonden worden in bijlage.
Overzicht wijzigingen.
Gecoördineerde versie.
Verslag HOC-BOC d.d. 07.03.2022.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, BS 12.09.1991 zoals gewijzigd tot op heden;
Het bestuursdecreet van 07 december 2018, B.S. 11.01.2019, inzonderheid titel II;
De wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, B.S. 24.12.1974, zoals gewijzigd tot op heden;
Het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, B.S. 20.10.1984;
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, B.S. 23.12.2018, zoals gewijzigd tot op heden, inzonderheid artikel 40, artikel 186, artikel 286,§1,2°, artikel 286,§2,2°, artikel 287, artikel 288 en artikels 330 tot en met 334;
Het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn [Rechtspositieregeling – Rechtspositiebesluit - BVR RPR G], (B.S. 24.12.2007), zoals gewijzigd tot op heden;
Het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn [BVR RPR O], (B.S. 03.12.2010), zoals gewijzigd tot op heden;
De rechtspositieregeling, het arbeidsreglement zoals vastgesteld door de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn d.d. 08.09.2020.
Art.1.
De raad voor maatschappelijk welzijn beslist om akkoord te gaan met de wijzigingen zoals in het voorstel in bijlage opgenomen.
Er werd voor de personeelsleden van het lokaal bestuur een policy voor occasioneel thuiswerk opgemaakt. Aan de raad voor maatschappelijk welzijn wordt gevraagd het voorstel policy occasioneel thuiswerk goed te keuren.
Naar aanleiding van de huidige coronapandemie tijdens de voorbije 2 jaren werd in onze maatschappij volop ingezet op telewerk en thuiswerk.
Veel lokale en provinciale besturen kregen voor de 1ste keer op grote schaal te maken met deze nieuwe werkvorm. Een combinatie van telewerk met ‘traditioneel’ bureauwerk bewees zijn nut en is een actueel thema in de publieke sector om dit na de coronapandemie ook verder te zetten.
In tegenstelling tot de private sector, zijn de lokale en provinciale besturen niet gebonden aan collectieve arbeidsovereenkomsten of wetgeving over occasioneel telewerk zoals CAO nr. 85 en de wet van 5 maart 2017 betreffende werkbaar en wendbaar werk.
Lokale besturen dienen een eigen telewerkkader op te stellen. Dit kan naar eigen noden dankzij het principe van de lokale autonomie. Men dient hierbij wel rekening te houden met de hogere regelgeving en de dwingende bepalingen.
In bijlage werd een voorstel policy occasioneel thuiswerk opgenomen.
Voorstel policy thuiswerk occasioneel.
Verslag HOC-BOC d.d. 07.03.2022.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, BS 12.09.1991 zoals gewijzigd tot op heden;
Het bestuursdecreet van 07 december 2018, B.S. 11.01.2019, inzonderheid titel II;
De wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, B.S. 24.12.1974, zoals gewijzigd tot op heden;
Het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, B.S. 20.10.1984;
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, B.S. 23.12.2018, zoals gewijzigd tot op heden, inzonderheid artikel 40, artikel 186, artikel 286,§1,2°, artikel 286,§2,2°, artikel 287, artikel 288 en artikels 330 tot en met 334;
Het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn [Rechtspositieregeling – Rechtspositiebesluit - BVR RPR G], (B.S. 24.12.2007), zoals gewijzigd tot op heden;
Het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn [BVR RPR O], (B.S. 03.12.2010), zoals gewijzigd tot op heden;
De rechtspositieregeling, het arbeidsreglement zoals vastgesteld door de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn d.d. 08.09.2020.
Art.1.
De raad voor maatschappelijk welzijn beslist om het voorstel occasioneel thuiswerk zoals in bijlage opgenomen goed te keuren.
De voorzitter sluit de zitting op 28/03/2022 om 20:15.
Aldus beslist in de zitting, de datum als voormeld.
Namens de raad voor maatschappelijk welzijn.
Namens Raad voor maatschappelijk welzijn,
Ann Van der Veken
Algemeen directeur-waarnemend
Kelly Tanghe
Raadslid-voorzitter